Hieronder een korte geschiedenis over de allereerste jaren van Westa.

Donderdag 26 november 1964 vond de oprichtingsvergadering plaats. Allereerst werd overgegaan tot het kiezen van een bestuur. Hiervoor hadden de heren W. Hetterscheijt, M. Tiemissen en W. van Kesteren zich kandidaat gesteld. Na de stemming werd de samenstelling van het bestuur:

Voorzitter: W. Hetterscheijt
Secretaris: W. van Kesteren
Penningmeester: M. Tiemissen

De ingrediënten waren er dus. Een bestuur, een tiental leden. In deze oprichtingsbijeenkomst werd verder besloten om de speelavond te beginnen op 8 december 1964 om half acht. Nog niet in het latere vertrouwde onderkomen van zaal Wieleman maar in de Werenfridusschool. Deze school werd toen namelijk o.a. gebruikt door de Kajo, de katholieke arbeidersjeugd. Zij speelden hier af en toe een partijtje tafeltennis. Er stonden toen twee tafels. Dankzij de medewerking van de gemeente konden hier de allereerste ballen geslagen worden. Men speelde onderling, er werd nog niet gedaan aan een competitie zoals we die nu kennen alhoewel deze toen ook al wel bestond. Het inleggeld werd vastgesteld op ƒ 2,50 en de contributie op twee gulden per maand.

Uit het financieel overzicht van de vereniging blijkt dat de roeien waarmee Westa zich moest redden aanvankelijk niet zo lang waren. Er werden drie lampen voor ƒ 5,25 aangeschaft, een slot was nodig om de zaal tegen ongewenst publiek te weren. Omdat de tafels erg glinsterden werd een blikje verf gekocht, hiermee werden de tafels mat geverfd. Als het te koud werd bracht een straalkacheltje de nodige warmte. De penningmeester was erg precies. Aan uitgaves stonden onder meer 30 balletjes geregistreerd. Dat de eerste balletjes in december 1964 40 cent per stuk kosten en in december 1965 50 cent, heeft naast de inflatie mogelijk te maken met het stijgen van de kwaliteit van de spelers in deze beginjaren.

Intussen had de secretaris niet stilgezeten, men zocht aansluiting bij een vereniging in de buurt. Een kijkje in Arnhem bij een vereniging in de Agnietenstraat gaf een koude douche, gezelligheid ontbrak. Later zocht men aansluiting bij de afdeling Oost-Gelderland.

Omdat er na het eerste jaar al een nadelig saldo van ƒ 66,25 was ontstaan, sloeg de toenmalige voorzitter de handen ineen en schreef aan de Edelachtbare Heren een brief op 4 november 1965 met het verzoek om drie tafels met een gezamenlijke waarde van ƒ 676,80.

“Ons ledenaantal is op het ogenblik 15. Door diverse aanvragen zou dit ledenaantal echter verdubbeld kunnen worden, maar gezien wij over te weinig accommodatie beschikken in de vorm van speeltafels kunnen wij geen leden meer aannemen. Bij de oprichting van onze vereniging waren wij blij dat u ons een lokaal van de oude school ter beschikking stelde. Sinds augustus 1965 zijn wij aangesloten bij de Nederlandse Tafeltennisbond, en gingen wij meespelen in de competitie. Omdat dit lokaal niet voldeed aan de vereiste afmetingen en ’s winters heel slecht verwarmd kan worden, moesten wij uitzien naar een andere gelegenheid, deze hebben wij gevonden, in de zaal van de Heer Wieleman te Westervoort.”

Wim van Kesteren was inderdaad op zoek gegaan om een betere speelaccommodatie te vinden. Als men lid zou worden van de tafeltennisbond, moest er een goede speelruimte komen. Dus Wim naar Wieleman en daar aan de bar gevraagd of Wieleman mogelijkheden zou kunnen bieden. Herman Wieleman sprak toen de gevleugelde woorden: “Even met mijn vrouw overleggen.” Dat overleg duurde niet lang en Westa had een nieuw onderkomen. Maar wat misschien nog belangrijker was, is het feit dat de prijs bijzonder laag was. Voor een paar gulden kreeg men verlichting, verwarming en een zaal. Je zou kunnen stellen dat de goodwill van Wieleman Westa in die eerste jaren heeft gered. In elk geval is zaal Wieleman niet meer weg te denken uit de geschiedenis van Westa. Dat de samenwerking tussen Westa en Wieleman optimaal is geweest in al die jaren zal iedereen wel bekend zijn.
Terug naar de brief gericht aan B en W van Westervoort. Men verzoekt hen een subsidie van ƒ 676,80 om drie tafels te kunnen kopen. Enig optimisme mag de voorzitter niet ontzegd worden gezien de zin:”maar ik geloof dat wij dan (na toekenning van de subsidie) niet weer bij de Gemeente hoeven te komen om geld.” Het antwoord kwam al op 3 december 1965 en helaas was het negatief. Als reden werd aangegeven dat het aantal leden te gering was en omdat de jaarlijkse kosten te laag waren. Geen subsidie dus van de Edelachtbare Heren. Het tekort werd toen uit privé middelen bijgepast.

Een nieuwe strategie werd uitgedacht om toch de tafels te kunnen kopen en om de financiële middelen op peil te brengen. Een vergunning werd gevraagd om een loterij te houden. De eerste prijs was een transistor ter waarde van ƒ 60,- en de 10e prijs was een platenbon van ƒ 5,-. Gevraagd werd om 500 loten te mogen verkopen. Dat men geen rancune voelde voor de afwijzing van de eerder genoemde subsidie blijkt wel uit de zin: “Wanneer voor deze loterij goedkeuring wordt verleend door B en W, zouden wij de trekking graag door onze burgemeester laten verrichten.”

Of dit laatste gegeven van invloed is geweest op de beslissing is niet bekend maar feit is wel dat toestemming werd verleend en dat 500 loten a ƒ 1,00 per stuk werden verloot. De trekking vond in het gemeentehuis te Westervoort plaats op 8 maart 1966, waar de trekking geschiedde door… jawel, de heer Burgemeester.

Zelfs de uitslag van deze loterij is terug te vinden, belangrijker was dat de vereniging even uit de financiele problemen was.
De vereniging had intussen ook een naam gekregen. Op een vergadering op 10 augustus 1965 (de voorzitter was afwezig vanwege de vakantie) werd de naam Westa door de vergadering aangenomen. Het voorstel was van Gerard Willemsen. Ook werd bepaald dat het tenue zou bestaan uit een wijnrood shirt en zwarte broek. Deze kleuren zijn nadien, gezien het huidige tenue nogal aan verbleking onderhevig geweest.

Op sportief gebied is te melden dat in de competitie voor het eerst werd deelgenomen met 2 teams. Het eerste team promoveerde al direct naar de derde klasse. In het eerste speelden toen Gerard Willemsen, Wim Jansen en Martin Tiemissen.

In 1966 werd aan de competitie deelgenomen door 4 teams. Het aantal leden is inmiddels gegroeid tot 32. De jeugdafdeling was pas van start gegaan op 1 juni 1966. Men deed in dit jaar met 4 junioren teams mee aan de competitie. In deze periode werd de training verzorgd door een officiële trainer van de N.T.T.B. De vergoeding per avond was ƒ 6,00. De penningmeester van het eerste uur, de heer Tiemissen stopt ermee. De nieuwe penningmeester, ook al geen onbekend figuur bij Westa, wordt Wim van Brink. Hij had met duurdere tijden te maken. De contributie wordt verhoogd van 2 naar 3 gulden en van 1 naar 1,50 voor junioren. Een verhoging van 50% en dus niet gering. Hier staat tegenover dat de verplichte medische keuring en de bondsbijdrage niet meer door de leden zelf worden betaald.